Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als mijn geest in mij [3]overstelpt was, zo hebt [4]Gij mijn pad gekend. [5]Zij hebben mij een strik [6]verborgen op den weg, dien ik gaan zou. 3. Zie de aantekening bij hfdst.102 vs.1. 4. Gij o Heere. De zin is: Ofschoonik niet wist waarheen ik mij zou keren of wenden, zo hebt Gij het wel geweten, mij wijzende een weg en middel om aan Sauls bloeddorstige handen te ontkomen. 5. Te weten, Saul met zijn bijhebbend volk. 6. Dat is, in het verborgen gelegd.